Het vangnet

 

‘Kijk, de zweefmolen’ fluistert Annie opgetogen tegen opa terwijl ze over het donkere kermisterrein lopen. Ze houdt de hand van de oude baas stevig vast. ‘Wil jeerin?’ vraagt opa en voor ze het weet zit ze op het koude plankje. Opa klikt de veiligheidsketting vast en springt lenig in het stoeltje voor haar.

‘Hou je vast’ roept opa en geeft met zijn driepoot een flinke knal op de starthendel van de zweef. Langzaam begint de molen te draaien en springen de lampjes en de muziek aan. Voordat Annie beseft wat er gebeurt draait het ding op volle toeren en wordt het kassahuisje steeds kleiner. “Ohlala, Ohlala” schalt het uit de luidsprekers, en klinkt de opzwepende beat van de remix ”We’re Flying High”.

Opa gilt het uit van de pret, terwijl Annie steeds harder in de kettingen van het stoeltje knijpt. Ze wordt draaierig en licht in haar hoofd en ziet hoe de lichten in de kermiswagens rond het plein aanspringen. De baas van de zweef komt aanrennen en probeert uit alle macht de driepoot tussen de starthendel uit te trekken, maar de hendel breekt af. De zweefmolen is niet meer te stoppen en draait zo hard dat Annie bang is dat opa er uit zal vliegen. Wanhopig probeert ze hem vast te grijpen, maar opa laat zich niet zo maar pakken. Ze gaan hoger en hoger en de muziek speelt steeds harder.

Annie is misselijk van angst en haar oren suizen. ‘Niet bang zijn!’ roept opa haar toe: ‘er kan ons niets gebeuren, kijk maar!’ Met zijn knokige vinger wijst hij naar beneden.

Annie knijpt haar ogen tot spleetjes en dan ziet ze het ook. Diep onder haar op het plein heeft zich een hele menigte verzamelt. Ze ziet de huisarts, de wijkzuster, de alphahulp, de dame van het keukentafelgesprek, de zorgcoördinator, de telefoniste van het steunpunt mantelzorg, de mevrouw van het CIZ, de fysiotherapeut, de psycholoog, de neuroloog, de geriater, de zorgboer, de maaltijdvrijwilliger, de ouderenadviseur, de geestelijk verzorger, de wethouder van de WMO en de hele familie. Op aanwijzing van de toegesnelde wijkagent die ook aan buurtbemiddeling doet, slaan de mensen uit het netwerk van Annie en opa de handen ineen en vormen zo een vangnet onder de zweefmolen. Het ‘vangnet’ roept naar Annie dat ze aan zichzelf moet denken en uit de molen moet springen voor het te laat is.

De zweef begint te roken en te kraken. Beneden schreeuwt de zorgcoördinator dat ze opa los moet laten. Annie is wanhopig en is de grip bijna kwijt maar zal opa nooit, maar dan ook nooit, in de steek laten. Dat heeft ze lang geleden aan haar oma beloofd. De huisarts roept nog dat niemand het haar kwalijk zal nemen, maar het is te laat. Opa en Annie vliegen uit hun stoeltjes en crashen met een vreselijke klap tegen de grond, pal achter de oliebollenkraam. Even is het doodstil..

Er valt een lichtstraal op het gezicht van Annie. In de deuropening staat opa in zijn veel te grote pyjama. Met met zijn driepoot stampt hij op de vloer. ‘Schiet eens op jongen’, moppert hij ongeduldig. ‘Ik moet nodig plassen’.

 

 

About admin

Mythe van de Mantelzorg. Twittert en schrijft collumns.
This entry was posted in Column. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *